Ons gezin

Ons gezin

Soms gaat het anders

Iedereen kent het wel, je raakt in verwachting en krijgt na bijna 9 maanden een lief klein kindje.
Na een nachtje ziekenhuis kom je samen thuis en dan kan het grote genieten beginnen.
Samen met je gezin zit je bovenop een grote roze wolk.
Zo begon ook ons verhaal op 30 januari 2007 niet wetende dat na een dag thuis zijn de grote roze wolk veranderden in een grote donderwolk.
Want wie verwacht immers dat je na je bevalling zo verschrikkelijk ziek kan worden.
Zo ziek dat er 13 dagen dag en nacht gevreesd word voor je leven.
Op deze weblog wil ik graag een deel van mijn verhaal vertellen.
Ten eerste voor mezelf als een stukje verwerking voor alles wat me overkomen is.
Ten tweede als waarschuwing voor andere dat "kraamvrouwenkoorts" niets iets middeleeuws is maar ook in deze tijd nog steeds voorkomt.
29 Januari
Vanmorgen mag ik op controle komen, ze gaan kijken of ik voldoende ontsluiting heb om ingeleid te worden.
Ik hoop het want ik heb het wel gehad met het zwanger zijn, de laatste maanden hebben genoeg energie gevreten en de spanning of het allemaal wel goed zou gaan breekt onderhand ook wel op.
Maar gelukkig na een inwendig onderzoek blijkt dat ik bijna 3 centimeter ontsluiting heb, voldoende dus om morgen mijn vliezen te kunnen breken.
Wel staat mijn baarmoedermond nog erg hoog dus het kan wat moeite kosten volgens de gynaecoloog.
Ach een ding is zeker het gaat allemaal geen weken meer duren.
30 Januari
Om half 8 melden we ons op de verlosafdeling, brrr de kriebels beginnen nu wel te komen.
Ik hoop maar dat het allemaal niet zo heel lang gaat duren en dat we vandaag ons kindje nog in onze armen hebben.
Na een uurtje CTG die helemaal goed is wil de verloskundige proberen mijn water te breken, na wat gerommel zegt ze al dat ze er niet bij kan en dat de gynaecoloog het moet komen doen.
Hij zit nog in bespreking dus zal tegen half 10 er zijn.
Om goed negen uur komen ze eerst een infuus prikken de verloskundige in opleiding mag het proberen te prikken, maar helaas na 2 keer prikken is het nog niet gelukt.
Ik heb veel vocht bij daarom is het aanprikken wat moeilijk, maar gelukkig lukt het de verloskundige uiteindelijk wel.
Ik merk nog maar weinig van het infuus en inmiddels is het kwart voor 10 als de gynaecoloog mijn vliezen breekt.
En nu is het maar afwachten.
Tegen 11 uur merk ik dat ik toch wel wat weeen krijg, gelukkig want anders kan het nog wel een poosje gaan duren.
De teleurstelling dat ik om half 12 nog maar 5 cm heb is dan ook wel groot, jemig als het in dit tempo doorgaat dan word het wel halverwege de middag.
Tegen twaalf uur moet ik weer plassen en ik merk op de wc dat het naar beneden zakt, misschien dat het nu wat sterker gaat worden.
Dan in een keer volgen de weeen in keer zo snel, dat ik al gauw het tijdsbesef helemaal kwijt ben, en dan uit het niets in een keer komen de persweeen, de zuster ziet het en gaat de verloskundige roepen.
Ze komt gelijk mee gelopen vanuit de andere verloskamer.
De verloskundige in opleiding blijft nog achter.
Ik kan het niet meer volhouden en voordat de verloskundige goed en wel haar handschoenen aan heeft word met een perswee ons kleine meiske om 12.15 geboren.
Ze doet het goed en heeft een apgar score van een 10.
En nu, nu zijn de zware maanden van bidden en hopen dat alles goed mocht gaan  voorbij, eindelijk mag het grote genieten beginnen.
Ons meiske word na een poosje gewogen , en een beetje gewassen.
Daarna word ze aangekleed, ik bel naar Ma toe en vertel aan Linde en Thijn dat hun zusje geboren is.
Ze willen eigenlijk gelijk komen kijken, maar de verloskundige zegt dat als de kinderarts geweest is dat we dan naar huis mogen dus ze blijven thuis wachten.
Roos gaat aan de borst maar helaas ze heeft er nog maar weinig kracht voor, het aanleggen lukt niet en het drinken gaat dus ook niet goed.
Ik ga eerst maar douchen dan proberen we het daarna nog eens, als ik fris onder de douche vandaan kom hebben ze een bed voor me klaar staan om even op uit te rusten.
Wederom gaat Roos aan de borst maar weer loopt het op niets uit.
Ik word er al helemaal zenuwachtig van en ik zeg dat ze haar maar de fles moeten geven dan maar geen borstvoeding.
De fles word gehaald en ze drinkt hem in een teug leeg.
Het wachten duurt lang maar na een uurtje of 2 komt dan toch de kinderarts, ze kijkt Roos na en vind haar toch erg rood.
O nee niet weer net als met Thijn ik wil naar huis!!!!!!
Maar helaas eerst moet er bloed geprikt worden en dan mogen we op zijn vroegst morgen pas naar huis.
Ik in tranen, want dan had ik Linde en Thijn wel gelijk laten komen, zij zitten al uren te wachten op hun nieuwe zusje en mama.
Ik begrijp het wel maar toch.
Ik bel naar huis dat ze dan maar gelijk hier heen moeten komen.
Eindelijk zijn Linde en Thijn er dan en kunnen ze hun zusje zien,
Linde vind het helemaal super, Thijn kijkt erna alsof het van een ander is.
Dit was toch niet de bedoeling, en als dan ook nog zijn kinderarts binnen komt heeft hij het helemaal gehad.
Hij wil naar huis!Nadat de kinderarts tegen Thijn heeft verteld dat ze niet voor hem komt maar voor Roos is het weer goed en kan hij weer even meegenieten van de feestvreugde.
Mama gaat weer naar huis toe met de kinderen en komt later weer terug, ik zeg tegen Martin dat hij ook maar even moet gaan eten en dan ben ik alleen.
Even helemaal alleen met mijn lief klein meisje.

S’avonds is het een drukte van belang,  een komen en gaan van bezoek en als het een uurtje of 9 is ben ik moe en wil eigenlijk alleen nog maar slapen.
Martin blijft nog even en samen bewonderen we Roos, ze ligt zo heerlijk te slapen en ze is zo ontzettend klein.
Samen beseffen we dat we enorm dankbaar mogen zijn want 3 mooie kinderen het kan toch bijna niet mooier!



Woensdagochtend mochten we samen naar huis, Roos heeft het afgelopen nacht goed gedaan en er is geen rede om haar nog langer op te nemen.
Ik weet niet hoe snel ik Martin moet bellen om ons te komen halen, de meiden in het ziekenhuis zijn super lief geweest daar gaat het niet om maar ik wil heel erg graag samen met mijn gezin deze mooie periode beleven.
Als we thuis gekomen zijn komt al snel de kraamhulp ook krijgen we er een stagiaire bij.
Ze doen Roos in bad, en laten Linde en Thijn mee helpen.
Linde geniet er volop van en Thijn kijkt toch nog maar even de kat uit de boom.
De dag is gezellig druk met visite, en ik geniet ervan!
S’avonds voel ik me niet echt fit, het lijkt of ik wat koorts heb maar echt acht heb ik er niet opgeslagen.
De volgende ochtend ben ik vreselijk beroerd, ik heb hoge koorts ( 39,7) en de kraamhulp belt direct de verloskundige als ze mij zo aantreft.
De verloskundige is er snel, ze kijkt me na en denkt dat het een griepje is.
Voor de zekerheid laat ze mijn urine controleren en dan blijkt wel dat ik een urineweginfectie heb.
Ik krijg een kuurtje en hopelijk knap ik er snel van op.
De hele dag lig ik in bed, ik heb maar weinig energie om wat te doen.
S’avond hebben we nog een paar mensen om visite maar eigenlijk ben ik doodop.
Al vroeg val ik in slaap en hoop dat ik me morgen beter voel.
De volgende ochtend is de koorts iets gezakt als is hij voor een ochtend temperatuur nog aan de hoge kant (38.9)
De verloskundige komt weer even langs en zij hoopt dat het in de loop van de dag wel wat beter gaat.
Ze regelt inmiddels wel dat we meer uren kraamzorg krijgen want door het ziek zijn verloopt het herstel niet zo spoedig.
Die middag komen de juffrouwen van Linde op kraamvisite, ik voel me nog steeds heel erg ziek.
Voor Linde wil ik het niet afzeggen maar ik heb niet de moed meer op overeind te gaan zitten.
Als het inmiddels vrijdagavond is word ik benauwd.
In eerste instantie een beetje maar in de loop van uren wordt het alleen maar erger.
Ik zit nu een poosje op een stoel in de keuken omdat ik het idee heb dat ik minder benauwd ben als ik rechtop zit maar tegen een uurtje of 10 ben ik heel erg moe.
De pijn in mij zij en buik worden erger en ik voel me zo beroerd.
Ma en Martin weten ook niet zo goed wat ze er mee moeten, de verloskundige zegt immers dat het een combinatie van griep en de blaasontsteking is.
Toch besluit ik zelf na nog een uurtje het aangekeken te hebben dat ik de verloskundige weer ga bellen.
Ik vind dit niet normaal meer, ik heb me nog nooit van mijn hele leven zo ziek gevoeld.
Als ik haar bel benadrukt ze dat ze er van overtuigd is dat het om een griepje gaat, ze raadt me aan om een paar paracetamollen in te nemen en even te stomen.
Na haar advies opgevolgd te hebben kruip ik helemaal uitgeput mijn bed in en kan ik met geen mogelijkheid meer plat liggen.
Ik snak gewoon naar wat extra lucht.
Van alles probeer ik, van half op mijn zij tot helemaal recht op tot met mijn hoofd voorover op een kussen.
Maar niets werkt, van pure uitputting zak ik af en toe weg.
Martin slaapt en ik voel me zo vreselijk alleen en bang.
Ik moet plassen en ik probeer te gaan staan, ik zak gewoon door mijn benen heen en op mijn billen schuif ik de trap af.
Schuivend door de keuken kom ik bij de wc en ik trek me met wat omhoog.
Na geplast te hebben schuif ik de weg weer terug naar boven en kom ik compleet uitgeput weer in bed terecht.
Help me dan toch want het gaat echt niet goed dat had ik wil schreeuwen maar van uitputting en zwakte zak ik weer weg.
Ik heb pijn in mijn zij en alles draait, ik ben zo bang dat er iets echt mis.
En zo tikt de klok minuut voor minuut langzaam weg.
Ik moet weer naar de wc maar ineens loopt het eruit, alles ook mijn darmen in een keer ligt het in bed.
Ik ben misselijk en denk ook nog dat ik moet spugen en dan continu die benauwdheid.
Martin is inmiddels wakker, en verschoont het bed en ik probeer weer iets te liggen.
Het lukt echt niet meer, ik zit met de tranen in mijn ogen en hap naar de lucht en kijk in het wiegje.
Roosje is wakker en moet eten maar ook dat kan ik niet meer opbrengen.
Martin gaat de fles halen en ik zeg tegen  hem  dat ik toch de huisartsenpost ga bellen want ze kunnen me veel vertellen maar dit is GEEN griepje.
Ik heb het nummer in getoetst en geprobeerd tussen het happen naar lucht door te vertellen wat er aan de hand is.
Er word gevraagd of ze een ambulance moeten bellen maar ik zeg dat ze maar een arts moeten sturen.
De mevrouw geeft aan dat het dan wel even kan duren maar ze gaat hem direct op roepen.
Ze wil de lijn ophouden en vraagt continu of het nog gaat en dan in eens is de dokter er.
Linde word er wakker van en ik bel nog gauw naar mijn moeder dat de dokter komt, we spreken af dat ze naar hier komt.
De dokter komt boven en zegt gelijk dat het niet goed is, hij denkt dat ik een longembolie heb maar kan dat ook niet met zekerheid zeggen.
Hij meet mijn temperatuur en geeft me zuurstof met een neusbrilletje en ik ben alleen maar blij dat er hulp is.
Eindelijk word ik serieus genomen.
De ambulance is inmiddels onderweg en het is zaak dat ik zo snel mogelijk naar het ziekenhuis word vervoerd.
Ma is gelukkig al hier en gaat met Linde naar beneden.
Arm schaap die weet niet eens wat er aan de hand is.
Inmiddels is het rond half 5 als zij arriveren.
Ondersteund door Martin en de ambulance broeder ga ik half hangend op de rug van de dokter naar beneden.
Om vervolgens op de brancard te worden neergelegd.
Ik wil niet liggen want dan heb ik het helemaal benauwd dus zetten ze me weer een beetje omhoog.
Ik word de ambulance in gereden en zie nog net dat Linde staat te zwaaien, ik moet er van huilen en voel me zo ontzettend klote.
Waarom moet dit nu gebeuren en wat heb ik dan dat ik zo ziek ben?
Met een sirene en al word ik weggebracht en ik hoop zo dat ik straks weer naar huis kan, dat ze me wel iets kunnen geven dat ik weer snel wat beter word maar wist ik veel in wat voor nachtmerrie we terecht zouden komen.
Als we op de EHBO zijn word ik overgelegd op een bed, een assistent arts legt uit dat ze bloed gaan prikken en dat ze een longfoto gaan maken.
Ook gaan ze mijn urine onderzoeken.
Ik ben totaal uitgeput en ik heb het zo benauwd, dus schroeven ze de zuurstof wat omhoog, dan komen ze bloed prikken en maken ze de longfoto.
Eerst moest dat zonder zuurstof maar dat trek ik echt niet en ik ben blij dat ik op het randje van het bed mocht blijven zitten.
Het kan wel een uurtje gaan duren voordat de eerste uitslagen er zijn dus we wachten maar geduldig af.
Na een uurtje komt er een co assistent zeggen dat er een aantal afwijkingen in het bloed gevonden zijn en ook de huisarts komt nog even kijken.
Het ziet er naar uit dat het geen longembolie is maar iets anders.
Later vertellen ze dat ze denken aan het HELPP Syndroom en dat ze een gynaecoloog aan het oproepen zijn.
Ik ga nog verder achteruit en ik ben zo moe ze komen om de katheter te zetten en ik krijg al helemaal de kriebels
Ieks moet dat ding er ook nog in en ik voel me al zo klote.
Gelukkig gaat het vrij snel en het valt me niet tegen.
Alleen die koude watten dat vond ik niet zo geweldig om te voelen maar goed wat moet dat moet.
De dienstdoende gynaecoloog blijkt een keizersnede aan het uitvoeren te zijn dus nu is er een internist opgeroepen om zo snel mogelijk te komen.
Als zij binnen is vertelt ze dat er een heleboel mis is.
Het is geen Helpp maar wat wel dat kunnen ze nog niet met zekerheid zeggen, mijn organen zijn in ieder geval aan het uitvallen en ik moet zo snel mogelijk aan een breed spectrum antibiotica.
Ik word dan ook opgenomen op de intensive care.
Ik merk paniek bij de arts en ik word in  een snel tempo naar de ic toegebracht.
Pa en Ma zijn inmiddels ook in het ziekenhuis en samen met Martin mogen ze bij me.
Ik zit maar op het bed en het ademen gaat steeds moeilijker, met grote regelmaat komen er artsen bij me kijken en regelmatig word er bloed geprikt.
Ik ben zo vreselijk moe,ik wil eigenlijk alleen nog maar slapen
De verpleegkundige probeert met elke keer een oppepper te geven door te zeggen dat ik nog even moet vechten maar ik wil niet meer vechten.
Ik wil slapen en verlost zijn van de pijn en de benauwdheid.
Het duurt uren voordat ze wat doen, ze blijven het uitstellen en laten me door ploeteren.
En ik word bang.
Bang dat ik toch wel heel erg ziek ben maar niemand kan zeggen wat er dan precies mis is.
maar ik moet doorknokken en blijf in mijn kleermakerzitje midden op het bed vechten voor elk hapje lucht.
De wereld word kleiner en ik ben eigenlijk helemaal in mezelf gekeerd, flarden van gesprekken hoor ik nog maar kan van de uitputting amper meer praten
Als dan eindelijk ruim 15 uur na binnenkomst besloten word dat het beter is als ze me in een kunstmatige coma brengen denk ik alleen maar DOEN.
Ik neem afscheid van Martin,van mijn moeder die ik vraag als het niet goed gaat of ze voor de kinderen wil zorgen en van mijn vader en dan gaat het gebeuren.
Heel eerlijk weet ik er nagenoeg niets meer vanaf.
Ik weet nog dat ze vertelde dat ik ging slapen en toen was het voor mijn gevoel goed.
Ik was zo verschrikkelijk moe en benauwd dat ik het alleen maar als een verademing zag dat me lieten slapen.


Verschillende mensen hebben  in de dagen dat ik op de Intensive Care lag een soort dagboekje bijgehouden.
Martin schrijft:
3 Februari 2007
Om een goed beeld te krijgen wat er aan de hand is word je opgenomen op de intensive care, daar krijg je gelijk 100% zuurstof en een ondersteunende antibiotica.
Men weet niet wat er exact aan de hand is maar je toestand verslechterd met het uur.
Allerlei infusen worden geprikt bij je en er word zeer accuraat voor je gewerkt.
Je vecht en knokt om je ademhaling toch zo rustig mogelijk te laten gaan.
maar je conditie gaat steeds meer en meer achteruit.
De internist wil zo lang mogelijk wachten met het beademen en in slaap brengen en hoopt nog steeds op een beter resultaat maar om 20.00 uur ben je helemaal uitgeput en vraag je of  je alsjeblieft in slaap kan worden gebracht ( een verschrikkelijk moment voor ons allemaal)
Ruim een uur later mogen we weer bij je komen en je ligt nu aan de beademing.
Er is morfine, andere pijnstillers en antibiotica toegediend.
Als je moeder vraagt of je pijn hebt ( we verwachten geen reactie want je kon geen pijn meer hebben volgens de dokter) knik je ja tot ieders verbazing.
Direct hierna op dringend verzoek van je moeder word de pijnstilling nog verhoogd.
Het word een hele spannende nacht volgens de internist en het enige wat we kunnen doen is hopen en bidden.
Het is een loodzware nacht voor jou,voor iedereen en je knokt voor wat je waard bent.
4 Februari 2007

De morgen breekt aan en we zijn er nog!
De artsen en verpleegkundige doen er werkelijks alles aan om enige grip op jouw zieke ( beeld) te krijgen maar het is erg complex.
Ze blijven vermoeden dat het gaat om de ouderwetse kraamvrouwenkoorts
 maar dan moet er wel ergens in je lichaam de haard gevonden gaan worden.
Je plast nog steeds niet en de nierfunctie verslechterd met het uur.
Dit blijkt ook het geval voor de long en de leverfuncties.
Gisteren is er tijdens een echo niets bijzonders gezien in je baarmoeder maar nu word er tijdens een  echo toch gezien dat er weefsel achter gebleven is in je baarmoeder zou daar dan toch de bacterie in zitten?
De artsen hebben geen andere keuze dan je toch te curetteren.
Dezelfde middag word je dan ook naar de operatiekamer gebracht waar ze de achtergebleven resten verwijderen.
Ook worden nu de rode plaatjes toegevoegd aan je bloed.
Als je terug komt van de operatiekamer word je omdat je nieren nu echt niets meer zelf doen en je jezelf dus aan het vergiftigen bent aangesloten op de kunstnier ( dialyse apparaat)
Je krijgt enorm veel vocht toegediend waardoor je steeds meer op gaat zetten.
5 Februari 2007
Vandaag ben je jarig maar in feeststemming zijn we nu echt niet, je vecht onverminderd voort maar vooralsnog is er geen verbetering waar te nemen.
De nacht ben je erg onrustig geweest en iedereen zit mijn zijn handen in het haar.
De dominee komt vandaag ook even langs en bidt met ons en dit geeft weer kracht om moet om door te gaan.
Vandaag verkleuren helaas ook je voeten en ik vind dit echt een vreselijk gezicht om dit aan te zien.
Helaas hoort dit bij jou ziek zijn en kunnen we hier niets aan doen.
Je hele lichaam is opgezwollen door de grote hoeveelheid vocht die ze er in pompen en je hebt het zwaar heel zwaar.
Gedragen op de kracht van het gebed proberen we door te gaan en toch nog een beetje hoop te houden dat de ommekeer alsnog komt.
Linde en Thijn zijn vandaag ook weer bij Roos geweest, ze zijn stapeldol op haar en een vertederd beeld is het als Linde haar de fles mag geven.
Thijn vind je ook lief en aait je graag.
Vanaf vanavond gaan ze de noradrenaline en de dobutamine stapsgewijs afbouwen.
en je blijft het goed doen.
De bloedwaarde kruipen een heel klein beetje ophoog dus dat is erg fijn.
We gaan de nacht weer in en hopen en bidden verder.
6 Februari 2007
Je vader is vandaag jarig, maar dat vieren we nog wel een keertje.
De verpleegkundige azen op bosche bollen want zij krijgen nooit iets klagen ze.
wie weet komen we nog in zo’n feeststemming dat we hier iedereen verwennen met taart.
De dokters lopen hun ronde en zijn voorzichtig enigszins verrast hoe je erbij staat qua parameters en bloedwaardes.
Dit geeft eindelijk een paar kleine lichtpuntjes.
Pa ( Henk) en ik gaan voor het eerst even buiten een klein rondje lopen.
Even frisse lucht op snuiven maar ik ben blij als ik weer bij je in de buurt ben.
Vandaag word dan ook het echte bewijs geleverd dat je inderdaad kraamvrouwenkoorts hebt.
De streptokken A zat dus in je baarmoeder.
Daar heeft hij een paar dagen lang zijn gang kunnen gaan wat je dus uiteindelijk zo verschrikkelijk ziek heeft gemaakt.
Het bezoek loopt heel de dag geleidelijk in en uit  de vorige dagen ook trouwens .
De hele familie (ooms/tantes/nichtjes/neefjes) komen bij je kijken en proberen er voor ons te zijn.
Ik, Linde,Thijn en Roos krijgen nu ook een 3 daagse kuur ivm mogelijke besmetting van het virus.
Linde en Thijn gaan vandaag ook logeren bij tante Inge.
Op advies van de maatschappelijk werkster hebben we dit besloten.
Het is belangrijk om in deze situatie voor de kinderen een vaste plaats te hebben.
In de loop van de dag zijn ze ook vocht gaan ontrekken uit je lichaam via het dialyse apparaat.
Zo hopen ze dat de zwellingen langzaam afnemen.
S’avonds beginnen ze ook de noradrenaline in een rap tempo af te bouwen, ook lijken de bloedwaarde iets te verbeteren.
Je bloeddruk blijft redelijk stabiel dus al met al een paar kleine pluspuntjes.
Woensdag 7 Februari
Na een stabiele nacht is het om 10.15 eindelijk zover de noradrenaline is eindelijk helemaal afgebouwd en word door de verpleegkundige letterlijk de hoek in gesmeten.
Zo dat is een!
Nu dit eraf is kunnen we ook beginnen om de dormicum af te bouwen en dan word het mogelijk dat je wat kan reageren op stemmen of geluiden.
En inderdaad om 13.15 gaan voor het eerst sinds zaterdagavond je ogen open.
De zuster oppert het plan om je in te gaan smeren met bodylotion want doordat je huid zo strak staat van het vocht zal je waarschijnlijk helemaal vervellen.
Ma gaat dan ook in het Piazza centrum even fles bodylotion kopen.
Zo staan we later allebei aan een kant van het bed je in te smeren met bodylotion.
Ik vind het fijn dat ik iets voor je kan doen en we smeren dan ook trouw door.
Je vader en moeder gaan later op de dag even eten in het Gasthuis.
Als ze terug komen heeft je vader een flesje cola bij,
Als hij bij je zit stelt hij je de vraag of je een lekker slokje co wilt waarna jij je ogen open doet en lacht. ( zo ziet het er althans uit dat je lacht)
Een mega mooi moment!
Tevens stelt je vader vast dat jij in je hele leven net zoveel cola hebt gedronken als water in de wijde alm waarop je wederom een brede grijns op je gezicht tovert.
De avond valt en het ziekenhuis bezoek komt weer op gang, je krijgt weer veel visite en gelukkig blijf je vanavond mooi stabiel
Donderdag 8 Februari
Na een redelijk stabiel verlopen nacht breekt de nieuwe dag aan ( een bijzondere blijkt later)
Opnieuw zijn de artsen blij verrast als ze de waarde en metingen van afgelopen nacht en nu zien.
En gesprek met de internist geeft een voorzichtig positief beeld over de situatie.
Gedurende het gesprek word duidelijk dat ze vandaag gaan proberen je zelfstandig te laten ademen.
Wel met hulp van het beademingsapparaat  maar toch.
Buiten sneeuwt het al vanaf een uurtje of 9 en er valt een centimeter of 5.
Linde en Thijn ravotten bij Inge er de hele tijd in.
Om 13.25 is dan het moment dat je voor het eerst weer zelf mee gaat ademen, in het begin is het nog wel moeilijk, je hartslag en bloeddruk lopen eerst op maar herstellen zich later weer.
Tevens geeft de verpleegkundige je voor het eerst sondevoeding en dit hebben we gelijk op de foto gezet.
Je moeder is bang dat je nu veel pijn hebt, dus is er afgesproken als ze je gaan verzorgen dat ze je extra pijnstilling geven.
Zodat je hier geen hinder van ondervind.
In de loop van de middag krijg je  ademhaling steeds beter onder controle de aanvankelijke half uurtjes worden steeds verder uitgebreid naar zelf 3 uur.
Dan om 5 uur komt er in eens de omslag, je krijgt koorts, je hartslag gaat als een bezetene omhoog en je hart pompt 4 keer zoveel bloed rond dan eigenlijk moet.
De waardes zijn in een keer niet meer te meten door het apparaat zo gigantische instabiel ben je in een keer.
Je bloeddruk stort in elkaar en het sprookje wat vandaag zo mooi begon lijkt uit.
Je hartritme stijgt naar waarde waar je rillingen van krijgt en je bloeddruk is 185/40 en daarna 190/50 het is zo verschrikkelijk spannend en zo doodeng.
Ook ga je tijdens dit proces heel veel hoesten en daardoor word er heel snel een longfoto gemaakt.
We schrikken en zijn eigenlijk verslagen want het ging zo goed!
Het ongelofelijke en waar iedereen zo bang voor was is gebeurd.
De verpleegkundigen halen inmiddels alles uit de kast en proberen met man en macht je te helpen.
Het vergt het uiterste van iedereen om je weer stabiel te krijgen.
De oorzaak van dit alles is waarschijnlijk weer een bacterie dus wederom word er gelijk met een hoge dosis antibiotica gestart.
Het is zo jammer, je had zoiets moois maar o zo breekbaar opgebouwd en het wordt ineens van tafel geveegd.
Alles word weer aangesloten en de slaapmiddelen en morfine worden weer opgehoogd.
En dan is er niets anders meer wat we kunnen doen dan afwachten en bidden.
Bidden,bidden en nog eens bidden.
Inmiddels is het half 11 als de dominee arriveert hij is gebeld dat je in een snel tempo achteruit gaat.
Hij bid samen met ons en we proberen er wat moed en kracht uit te putten.
Eindelijk heel laat in de avond kruipt de koorts tergend langzaam terug.
Ons bidden heeft geholpen.
Henk schrijft over deze dag:
We dragen samen vanavond de spanning en de hoop
Het is druk vanavond met bezoek, iedereen is er van op de hoogte dat je in eens weer zo verschrikkelijk ziek bent geworden.
Het ging zo goed en nu in een keer is het weer weg.
Heel laat in de avond lijkt de situatie zich te stabiliseren, heeft het bidden dan toch geholpen? Ongetwijfeld!
De bloeddruk komt langzaam weer op gang, de koorts is nog onverminderd hoog maar de hartslag lijkt wat gunstiger te worden.
We ( Ton,Alie,Martin en ik ) spreken af dat we elkaar om de 3 uur in tweetallen afwisselen bij Angela haar bed.
Gelukkig komt Angela in de loop van de nacht weer in een iets stabielere situatie.
Dit hadden we nauwelijks meer kunnen hopen.
De bloeddruk word weer normaal,de hartslag verbetert alleen de koorts die blijft.
Angela slaapt diep, heel diep.
De verpleegkundigen die dienst hebben zijn het er over eens, Angela is wederom door een hele diepe crisis gegaan maar ze heeft hem overleefd.
Vrijdag 9 Februari
Martin schrijft:
Het blijft vandaag allemaal een beetje halen en brengen.
Je temperatuur schommelt en je hartslag en bloeddruk zijn verre van stabiel waarde.
Ook word  vandaag ivm doorligplekken het zo genoemde zandbed naar binnen gebracht.
Het word heel weinig gebruikt in het ziekenhuis maar voor jou kan het een uitkomst zijn.
Het heeft als functie dat je een absoluut drukpunt vrije lig positie krijgt.
Het is bed te vergelijken met een hovercraft en je zweeft als het ware boven je bed.
Tevens word het bed verwarmd wat wel enige hinder zal gaan geven maar dan trekken we maar iets dunnere kleding aan.
Het installeren van het bed is geen eitje trouwens want wat blijkt als ik het gewicht van dit bed hoor, onze eigen volkswagen is net zo zwaar 1200 kilo dus.
Maar als hij dan eindelijk op zijn plaats staat en de verpleegkundige de stekker in het stopcontact steekt springt gelijk de aardlek eruit.
Oeps systeem overbelast maar zoals een echt verpleegkundige betaamt lost ze dit snel op en rolt een kabel naar de zaal toe.
Maar helaas dan doet hij het nog niet wat is er nu weer aan de hand.
Dan ineens zet je vader zijn voetje ( lees maat 50) op een soort gaspedaaltje onder het bed en je word gelift.
Gelukkig weer een probleem uit de wereld.
De avond die hierop volgt blijft redelijk stabiel.
Henk schrijft:
Vrijdagmiddag heb je een bed gekregen, een zandbed.
Dit bed hebben ze speciaal voor jou besteld.
Samen met de monteur en een paar verpleegsters hebben we het bed in je kamer geduwd.
Waarna de verpleegkundigen je doormiddel van een til lift op het bed hebben getilt.
Het is een zwevend bed waar wij wel aan moesten wennen.
Het laken trilt een beetje door de wind die van onderen tegen het zand aan blaast.
Ook word het een stuk warmer op de kamer waardoor wij heerlijk in een Tshirt naast je bed konden zitten.
Zaterdag 10 februari
Henk schrijft:
Je bent vanmorgen toch weer behoorlijk koortsig waardoor wij ons weer flinke zorgen gingen maken.
Maar in de loop van de zaterdag begon het er toch iets beter uit te zien.
De koorts zakt langzaam en je bloeddruk word weer normaal.
Ook begin je weer te plassen.
Er is vandaag een heleboel visite geweest echt iedereen denkt aan je en leeft mee.
Martin schrijft:
In aller vroegte ( 3.45) ga ik naar Roos toe.
De verpleegkundige heeft gevraagd of ik gewoon even lekker met Roos een tijdje op de borst wil liggen in de kangaroo stoel.
Even proberen te genieten van ons kleine meisje al merkt Roos er maar weinig van want die slaapt gewoon door.
S’morgens loopt je temperatuur weer op en de dominee komt ons regelmatig ondersteunen.
Er word in de dorpen om ons heen heel veel gebeden en zelf vanuit Nieuw Zeeland bellen ze om te horen hoe het met je gaat.
Ook daar word voor jou gebeden!
Je wilt niet weten hoeveel mensen in gebed om ons heen staan.
Ook de medische wereld in binnen en buitenland word om informatie gevraagd om jou te kunnen helpen en hopelijk weer op de been te krijgen.
Ondanks alle verdrietige momenten en omstandigheden kunnen we gelukkig ook nog lachen, heel hard lachen.
Jouw moeder en ik blijven ongeveer een uur in een hilarische lachbui hangen en alles en iedereen wordt uitgelachen.
Dit geeft ons een forse adrenaline stoot en kracht om weer verder te gaan.
Vanaf vandaag reageer je weer wat op ons, en draai je af en toe iets met je hoofd en of knipper je wat met je ogen.
Maar helaas tegen de avond loopt de temperatuur weer op richting 39 graden.
We gaan opnieuw de nacht in en hopen dat het stabiel blijft.
Zondag 11 februari
Het dialyse apparaat blijft kuren vertonen en de verpleegkundige vertelt dat als je toestand het toelaat het er misschien wel helemaal af mag.
Nu hij toch zijn werk niet doet moet je eigenlijk wel wat gaan plassen en dat gebeurd dan ook een beetje.
Nu is het zaak dat er ook afvalstoffen in je urine terecht komen want dat is nu nog niet het geval.
Je bloeddruk blijft nu ook stabiel dus een klein stapje gaan we in de goede richting.
Helaas is de lijn wat verschoven in je lies en zit dus niet meer helemaal goed op zijn plaats.
Henk schrijft:
Je temperatuur blijft mooi vandaag hij schommelt tussen de 36.9/37.02
Je bloeddruk blijft ook mooi stabiel.
De artsen en verpleging hebben in overleg besloten dat de kunstnier eraf mag.
Je eigen nieren mogen het weer gaan proberen!
In de loop van de morgen komt er al bezoek van uit Groningen, en de verdere dag blijft het een komen en gaan van bezoek.
Je bent op deze zondag heel stabiel, je hartslag blijft goed, je bloeddruk blijft prima en je temperatuur ligt rond de 37 graden.
In de loop van de avond loopt hij wel iets op maar niet schokkend.
Linde en Thijn zijn vandaag ook nog bij Roos geweest, opnieuw heeft Linde haar kleine zusje de fles gegeven.
S’avonds is het de beurt aan Rene en Jozina om Roos te helpen.
Ton en Alie hadden de avonddienst vanavond en Martin en ik proberen eventjes te slapen.
Maandag 12 februari
Henk schrijft:
Wij Martin en ik worden  met een klap wakker, lichtjes zwetend onder het dekbed.
Jawel het is alweer onze 9de nacht.
Alie en Ton zitten te gniffelen, immers Angela ligt er heerlijk bij en heeft tot nu toe een goede nacht gehad.
De lichte koorts van gisterenavond is weer verdwenen en alles is verder stabiel.
Daarbij is Angela heel dicht bij haar bewustzijn gekomen en in de verpleegkundige fluistert ons in voorzichtig te zijn met hardop praten.
Angela is nieuwsgierig en wil alles horen maar dat kost haar nog wel erg veel energie.
Martin schrijft:
Het is 10 uur in de morgen als word het besluit word genomen om de morfine en de dormicum stop te zetten.
Ook zal de beademing afgebouwd worden.
De uitslagen van je bloed geven aan dat het nu moet kunnen.
Je vecht op bij te komen, je word onrustig en je knokt en knokt.
Als je moeder zegt dat vanmiddag Linde en Thijn vanmiddag komen om Roos de fles te geven krijg je tranen in je ogen.
Je hebt vandaag een goede dag, maar doordat we al meerdere keren een tegenslag hebben gehad blijven we een beetje terughoudend erover.
Intussen blijf je wel goed plassen en we hopen nog steeds dat je nieren nu ook afvalstoffen gaan produceren.
Ook heb je nog veel last van slijm en dit kan je niet zelf wegslikken dus dit wordt iedere keer als hoest weggezogen.
Je knapt er gelijk van op als ze dat gedaan hebben.
Je hebt trouwens je tong kapot gebeten tijdens het uitzuigen, het lijkt net op je protesteert als ze dan doen.
Je bijt dan zo hard op de slang dat je je tong ook kapot bijt.
De verpleegkundige stopt er een gaasje tussen.
Rond half 2 hebben we een gesprek met een van de artsen, ze geeft aan dat als we willen vanaf nu wel weer thuis mogen gaan slapen.
Wel blijft er dan sowieso nog 2 man hier om er voor je te zijn.
Ook is er afgesproken dat Roos vandaag voor het eerst even bij je mag!
Eindelijk de hereniging van moeder en dochter.
De hele ic is uitgelopen om me te genieten van het moment dat Roos eindelijk weer in de armen van haar moeder ligt.
Menigeen pinkt er een traantje bij weg!
Een moment om nooit meer te vergeten.
En als Roos dan ook nog de fles op de afdeling krijgt verdringen de verpleegkundige zich om het laatste beetje te mogen geven.
De verpleegkundige die vandaag dienst aan jou bed heeft krijgt de eer en mag het doen.
Ze krijgt na afloop het flesje met naam en datum van ons mee naar huis.
De dag loopt ten einde en we zijn moe maar voldaan.
Het is lang geleden dat we zo de dag zijn doorgekomen.
Henk schrijft:
Vanmiddag hebben we een gesprek gehad met een van de behandeld artsen.
Ze geeft aan dat Angela goed vooruit uit gaat.
De nierfunctie is verbeterd en alle slaapmiddelen en pijnstillers zijn er af.
Ook kan Angela nagenoeg zelf ademen!
Wat een mooi bericht.
De dokter geeft aan dat we het waken nu wel af mogen bouwen en we nemen dit in beraad.
Ton heeft inmiddels de bekoeling van het bed zelf bijgesteld aangezien de servicemonteur nog al lang op zich laat wachten.
Wat hij precies gedaan heeft weet niemand dat blijft een persoonlijk geheim maar het resultaat is dat het ding ipv 34gr nu 31gr aangeeft en het laken van Angela weer strak staat.
En daar gaat het immers om.
En dan is dan eindelijk het moment van hereniging tussen moeder en dochter.
Het lijkt wel feest op de ic als Martin en Alie met Roos binnenkomen.
Er wordt volop gefilmd en gefotografeerd
En dan ligt Roos eindelijk weer in de armen van haar moeder!
Angela lijkt te begrijpen wie bij haar is en we genieten met zijn alle van die mooie moment.
Later op de dag is Rob ook nog even op bezoek, hij heeft overduidelijk oog contact met zijn zus.
Dinsdag 13 februari
Vanmiddag mogen Linde en Thijn bij je komen kijken en als ik Linde even later in het dagverblijf zie zegt ze met betraande oogjes ik ben zo blij dat ik mama gezien heb dat ik wel kan huilen.
Ook Thijn is blij dat hij even bij je geweest is maar is al gauw weer aan het spelen en wil eigenlijk niet praten dat hij bij mama geweest is.
Linde schrijft samen met je moeder een briefje dat ze morgen mee mag nemen naar school.
Daar staat op de ze bij mama is geweest en dat het beter met haar gaat.
In de loop van de dag word je meer wakker en je probeert te praten, dit gaat natuurlijk niet want je ligt nog aan de beademing.
Dit is natuurlijk hartstikke frustrerend voor je en de wanhoop en verdriet is in je ogen te lezen.
Je kan nu een klein beetje je handen bewegen maar het kost je nog wel veel energie.
Ook komt eindelijk je ontlasting op gang, eerst afgelopen nacht al en later in de middag nog een keertje.
Je vind het vreselijk om het zo te moeten laten lopen maar wij zijn er stiekem wel blij mee dat je darmen ook weer om gang komen.
We proberen ook met een letterbord te communiceren met je maar dat vergt nog erg veel kracht van je, morgen proberen we het weer!
Rond de klok van half 8 komt Roos weer naar de afdeling, het gaat gelijk weer als een lopend vuurtje rond.
Dus drommen de verpleegkundige van de ic en verloskunde samen op kamer 330 rond je bed om even mee te genieten van Roos die bij haar moeder is.
Rond half 10 krijg je een slaapmiddeltje en al snel val je in slaap.
Opnieuw hebben we van een mooie dag mogen genieten en krijgen we steeds meer vertrouwen dat het goed mag komen.
Hopelijk lukt het morgen om je van de beademing af te krijgen zodat je eindelijk weer kan praten.
Droom of werkelijk
Ik droom dat ik ergens ben alleen ik weet niet waar, ik droom dat ik in een ziekenwagen lig en weggebracht word naar een ziekenhuis,ik droom dat ik in Raamsdonksveer ben, ik droom dat er allemaal mensen zijn, ik droom dat ze me meenemen naar om iets te doen, ik droom dat ik de verloskundige zie maar niet in het ziekenhuis maar in een babyzaak,ik droom dat ik in Andel lig, ik droom dat ze me op het puntje van de andelse krib hebben neergelegd, ik droom dat ik vanaf een brancard op een bed word getild maar dit lukt niet,Ik droom dat ik op Rob zijn werk ben om te slapen, ik wil vragen waarom ik hier ben maar ik kan niet praten,  ik droom dat ik op grote hoogte in het ziekenhuis lig maar ik besef niet dat ik er ook echt ben, ik droom dat ik de kinderen hoor maar ik zie ze alleen niet,
Ik droom dat Martin naast me staat en ik zeg hoi mart tegen hem, ik droom dat ik mama zie en ik wil haar een heleboel vragen, ik droom dat ik papa zie en hij kijkt zo verdrietig, ik droom dat ik op een bed lig en een bord boven mijn bed zie hangen, ik droom dat er 13 februari op staat STOP is dit nu een droom of is het werkelijkheid.
Ik kijk er nog eens na en vind het maar vreemd, waarom lig ik hier aan allemaal slangen, heb ik een ding in mijn mond en kan ik niet praten.
En is er dan helemaal niemand die mij even wat te drinken brengt want ik heb zo ongelofelijk veel dorst.
Mama aait over mijn wang en nog steeds hangt dat rare bord boven mijn hoofd met 13 februari er op.
Doe normaal man het is helemaal geen 13 februari ik weet 100% zeker dat ik nog niet jarig ben geweest.
Maar toch bekruipt me een vreemd gevoel van dingen die niet kloppen, ik wil vragen waarom ik hier lig maar het lukt me niet.
Die buis die in mijn keel zit verbied het me om te praten.
Mama zegt dat ik heel erg ziek ben geweest maar dat het allemaal weer goed komt, papa kijkt naar me en zijn ogen stralen.
Martin streelt mijn haren en vertelt over Roos.
Ik heb dorst JOEHOE ik heb dorst!
He help me dan want ik wil drinken men wat ben ik moe ik geloof dat ik maar weer ga slapen.
He dat is gek nu staan weer al die mensen om mijn bed, ik herken er sommige van maar wat kwamen ze ook alweer doen?
Oja ik ben ziek geweest en volgens mama ben ik heel erg ziek geweest dus nu zijn ze allemaal blij dat ik weer bij ben.
Roosje komt bij me kijken, en ik kan er niets mee.
Ik wil haar vasthouden maar het lukt niet want ik kan niet eens mijn handen optillen.
Alles lijkt wel of het niet meer werkt.
Mama legt Roosje bij me neer en pakt mijn hand, samen met haar kan ik haar zo de fles geven.
Ma kan je nu vertellen wat ik heb gehad? Geen antwoord eigenlijk niet vreemd hoor want ik kan niet praten dus het ook niet vragen maar iets in mijn hoofd dacht toch dat ik het vroeg.
Ma vertelt langzaam wel dingen, ze zeggen dat ik kraamvrouwenkoorts heb gehad.
Tuurlijk het zal wel hoe kom ik nou in hemelsnaam aan kraamvrouwenkoorts.
Toch is het zo, ik wil zoveel vragen maar voorzichtig vertellen ze dat ik door een enorme crisis ben gegaan.
Dat ik echt heel erg ziek geweest ben en dat ik door het oog van de naald ben gegaan.
Maar nu zijn ze allemaal blij en opgelucht want wat niemand meer durfde te hopen is toch gebeurd.
Ik ben bij gekomen uit die lange slaap van 10 dagen.
Een wonder, iedereen komt het wonder aanschouwen, voor mijn gevoel komen ze gewoon is grote getalen langs maar dat zal wel niet.
Het is druk in het kleine kamertje waar ik lig, is er geen bezoek dan zijn het wel artsen, is het geen arts dan is het wel een verpleegkundige.
Ik word gek van het gepiep, van de draadjes in mijn lichaam, van de zusters die weer iets door het infuus heen gooien, van de spuitjes die ze me geven en van het bloed dat ze weer uit de lijn halen.
De dokters zeggen dat ik misschien morgen van de beademing af mag, hopelijk is dat ook zo want ik vind dit echt een drama.
Ik heb nog zoveel vragen, ik wil zoveel weten, maar door die stomme buis kan ik helemaal niets.
Ik probeer dingen duidelijk te maken aan mijn moeder maar ze begrijpt er helemaal niets van.
Ze nemen er een kaart bij met letters zodat ik die kan aanwijzen zodat ze het misschien wel begrijpen.
Maar helaas ook dat lukt niet, in mijn hoofd weet ik de letters wel maar mijn handen weigeren dienst te doen.
Ik word er een beetje boos van en probeer duidelijk te maken dat we er maar mee moeten stoppen.
Morgen dan kan ik alles vragen wat ik wil………..
Er komt wederom een verpleegkundige binnen, bedenkelijk kijken hij naar het deken.
Ma staat er bij als of er iets onder verstopt ligt maar dan opeens trekt ze het weg.
Tada daar zijn mijn voeten weer maar ojee
5 super zwarte tenen en 5 iets minder zwarte tenen komen onder de dekens vandaan.
En wat het gekke ervan is, ik schrik er eigenlijk niet eens van.
Inmiddels merk ik dat het beademen weer iets moeilijker gaat, en weer gaan ze me wat uitzuigen.
Blinde paniek welt weer op want ik vind het niet leuk dat ze dat doen maar ook dat moet je maar ondergaan.
Je kan toch niets, niets zeggen maar ook niets duidelijk maken.

He nog meer bekende, de dokter die me naar het ziekenhuis heeft gebracht ook helemaal in halleluja stemming.
En ik snap er helemaal niets meer van iedereen is maar blij en ik ben dat dus helemaal niet, ik voel me zwaar klote en weet van ellende niet meer wat ik moet doen.
Ik kan helemaal niets, helemaal niets.
Alleen maar liggen en toekijken wat er in dit kamertje allemaal gebeurd.
Ik ben moe en ik ga slapen, maar ik word vaak wakker van het gerommel op de kamer, van het onrustig zijn van een patient die een paar bedden verderop telkens zijn bed uitkomt.
Ik hoor dat er iemand van de beademing af mag, zo gepiept trouwens dus als dat bij mij ook zo gaat dan ben ik er zo vanaf.
Het apparaat naast mijn bed slaat weer op alarm, en ze komen weer binnen.
Het is weer tijd om het slijm uit mijn longen weg te zuigen en ze gaan dan dus met een dun slangetje naar binnen.
Grrr ik word er akelig van want het is gewoon een eng en raar gevoel.
Op het moment dat ze dat erin schuiven dan krijg je dus mooi geen zuurstof meer.
En je hebt het dus spaans benauwd.
Hopelijk moet dit niet al te vaak gebeuren want ik vind dit echt iets onprettigs.
Ik word al vroeg gewassen, ik kan toch niet meer slapen en ze vragen of het goed is.
Ik knik ja en daar gaat het.
Met loei hete washandjes die uit de magnetron komen gaan ze me wassen.
Ik krijg er super jeuk van althans ik denk dat het van die dingen komt.
Ze smeren me helemaal in met bodylotion, en vertellen erbij dat het moet omdat ik zo verschrikkelijk opgezet ben geweest en nog wel ben.
Als ze dan klaar zijn val ik weer in slaap.
Woensdag 14 februari
Om een uurtje of 8 komt er iemand die zegt dat ze gaan proberen om me van die slang af te krijgen.
Helemaal precies weet ik het niet meer maar eerst word volgens mij  een deel van de zuurstof stop gezet.
Ik moet daardoor zelf mee gaan ademen maar dan nog wel door de slang heen.
Peanuts man ik kan dat wel, ik moet gewoon van die slang af en ik zal vechten tot dat ik er bij neer val.
Volgens mij gaat het hartstikke goed maar kennelijk denken die meiden er anders over want na 8 uur word het 9 uur en dan zeggen ze dat ze moeten wachten op de internist.
Die komt uiteindelijk en zegt dat ze langzaam mogen stoppen en dat ik dan helemaal alleen door de pijp moet ademen.
Zie je het al voor je, normaal neem je gewoon een hap met lucht of adem je door je neus.
Nu had ik alleen een dun klein pijpje waardoor ik moest ademen en verder niets.
Dit moest 4 uur lang goed gaan en dan zou bekeken worden of hij er echt helemaal uit mocht.
Jemig 4 uur lang!!! Weten jullie dan niet dat dat wel heel erg lang is.
Maar goed ik ben echt niet voor een gat te vangen dus ik adem wel doordat buisje heen hoor.
Maar jemig wat is het  vermoeiend, ik adem en adem en ik vecht me voorbij elke minuut.
Ik weet nu weer dat 4 uur heel erg lang zijn om door een pijpje te ademen.
Maar als dan eindelijk de 4 uur voorbij zijn dan hoop ik dat de internist dan ook echt snel komt.
Dat ding moet er echt uit want ik wil zo graag drinken en dat gaat zo niet, mijn mond kunnen ze wel nat maken maar ik kan niets doorslikken dus het loopt er zo weer uit.
Als dan eindelijk de internist er is zie ik hem twijfelen, ze zien dat het me totaal uitgeput heeft maar ik wil zo graag.
Uit eindelijk geeft hij toestemming om het te doen, 2 verpleegkundige leggen uit wat ze gaan doen.
Ze maken de beademingsbuis los van alles en leggen een ballon klaar om me eventueel met de hand te kunnen beademen.
Ze leggen uit dat ze de buis los maken, dan kijken ze hoe het gaat en als het goed gaat dan halen ze het eruit.
Ik zal dan gaan hoesten en dat is goed, als het dan goed gaat krijg ik nog wat extra zuurstof door een slangetje in mijn neus.
Nou dames kom maar op want als het dan toch moet gebeuren dan graag nu….
En daar gaan we, ik zie dat pa over het raampje kijkt en hij wil graag bijhouden hoe het gaat, de verpleegkundigen koppelen de zuurstof af, help wat een vreselijk eng gevoel is dit.
Ik stik voor mijn gevoel en ik zie aan de blikken van hun dat het niet gaat.
mijn hartslag word heel erg hoog en de monitor geeft aan dat het nog niet goed gaat dus  sluiten ze me aan op de ballon om me daar weer mee te beademen.
Pff gelukkig ik krijg weer lucht, maar helaas is de beademingslang er nog niet uit.
Het moet dus nog een keertje, al alles weer stabiel is gaan we weer verder.
Ze koppelen de ballon af, ik zit weer zonder zuurstof.
En weer gaat mijn hartslag als een bezetene omhoog.
Ik schreeuw voor mijn gevoel de longen uit mijn lijf maar er komt geen geluid, weer word de ballon aangesloten en word ik op de hand beademd.
Dit gaat niet goed, zo hoort het niet.
Ik ben bang dat ik het niet ga redden als het nog lang duurt.
Ze overleggen, nog een keertje willen ze het proberen en als het dan niet lukt dan moet ik weer aan de beademing.
Ik hoop en hoop en hoop dat het toch lukt, ik wil zo graag dat ding uit mijn keel.
Ik wil kunnen drinken en ik wil praten, praten en vragen.
Nou nog een keertje dan, dan gaat de ballon eraf, ik krijg weer dat stikkende gevoel, ik zie ze kijken naar de monitor en dan begin ik te hoesten.
De ene kijkt naar de andere en dan trekken ze aan de buis, ik moet nog meer hoesten en ze trekken hem er dan toch uit.
Pffff eindelijk is dat ding eruit en helemaal uitgeput zak ik terug de kussens in, ik kan wel huilen.
Wat een crime zeg, dit heb ik echt onderschat.
Ik dacht dan doe ze wel ff maar zo blijkt het toch niet te gaan.
Ze geven me extra zuurstof door een slangetje in mijn neus, ik mag nog niet praten van ze.
Alle energie moet ik sparen om te kijken of ik zonder beademing kan.
Ze ruimen de boel op, en dan mogen Martin, pa en ma weer naar binnen.
Ik huil zachtjes, ik ben zo bang geweest.
Maar ik ben ook blij, de dag waarop Roos eigenlijk geboren had moeten worden is nu het begin van een nieuw leven is een andere zin des woords.
Ik heb nog een kans gekregen en mag gaan vechten om zo snel mogelijk weer de oude te worden.
Zachtjes begin ik te praten en vraag om wat drinken.
Ik krijg een bekertje met water, en mama helpt me om wat te drinken.
Voorzichtig slik ik het door, ohhh heerlijk om weer wat te mogen drinken.
Inmiddels komt de internist ook nog even kijken hoe het gaat, aan de monitor is duidelijk te zien dat het allemaal erg inspannend is geweest.
Mijn hartslag is nog wel erg hoog en ook heb ik nog best veel zuurstof nodig.
Maar goed ik ben in ieder geval van de beademing af en nu maar hopen dat er geen gekke dingen gebeuren.
Ze zeggen dat ik wat moet gaan slapen, ja daag dat heb ik lang genoeg gedaan zeker.
Man ik ben hartstikke bang om te slapen stel dat ik stop met ademen dan ben ik er mooi geweest.
Dus ik vecht tegen de vermoeidheid maar winnen kan ik er niet van, heel even zak ik weg en dan ben ik weer klaarwakker.
Inmiddels is het ook weer tijd voor bezoek, eindelijk kunnen Linde en Thijn me zien zonder de beademingsslang in mijn mond.
Ik kan weer een beetje tegen ze praten en ik kan ze aanraken.
Als dan eindelijk ze binnenkomen wil ik het liefst Linde bij me nemen maar ze kijkt wat angstig om ze heen.
Ma en tante Inge komen wat dichterbij met haar en ze staat aan mijn bed.
Thijn blijft een flink eind uit de buurt, echt Thijn die moet niets van al die slangen hebben.
Linde wil wel een kusje en word op bed getild, heerlijk om haar even heel dichtbij me te hebben.
Linde is blij dat ze de vis ziet hangen die ze gemaakt heeft voor mijn verjaardag ook het kussentje wat ze samen met oma voor mij gekocht heeft vind ze super om te zien dat het ook echt bij me ligt.
Na een poosje gaan ze weer weg, ze zwaaien en ik beloof dat het ze snel weer mogen komen.
Hopelijk mag ik snel van de IC af dan word het bezoek voor hun ook wat makkelijker.
Nu het bezoek weg is komt de zuster vragen of ze nog iets voor me kan doen, vanmiddag hadden we afgesproken dat als het ging ze mijn haren zou wassen.
Nu is er even de tijd voor dus we gaan het toch maar doen.
Mama is even naar de stad om wat shirts voor mij te kopen dus als ze terug komt heeft ze wat te doen.
Dan kan ze mijn haren even kammen die weer lekker schoon zijn.
Na heel wat water over mijn hoofd te hebben gekiept kan dan eindelijk de shampoo erin.
Alles word er drijfwater nat van maar dat geeft niet eindelijk kan mijn vies haar gewassen worden.
Ze konkelen maar wat aan en uit eindelijk is mijn haar weer uitgespoeld.
Nu moet ik nog in een droog bed zien te komen.
Als de fysio dan ook nog binnen komt dan krijg ik helemaal de geest, ik denk dat ik wel even in een stoel kan zitten zodat ze mijn bed weer kunnen verschonen.
Ze draaien me met zijn drieën en dan zit ik op het randje van mijn bed.
Ze moeten me aan alle kanten ondersteunen en nog steeds heb ik het idee dat ik wel even over kan wippen op de stoel maar helaas.
Mijn benen zijn echt te zwak om heel dat gewicht te dragen en ik krijg het niet voor elkaar om er op te gaan staan.
Jammer maar helaas maar het begin is er.
Als ik dan eindelijk weer schoon en wel in bed lig ben ik dan ook super moe.
Slapen vind ik eigenlijk maar niets ik ben toch bang dat er enge dingen gebeuren als ik slaap.
Maar als ik dan even alleen lig zak ik toch wel even weg.
S’avonds is het druk op de afdeling, er worden verschillende mensen binnen gebracht en verdwijnen even zo snel als ze gekomen zijn.
Ik heb weer veel bezoek vanavond, best raar om te zien dat mensen zo blij zijn terwijl ik voor mijn gevoel nog super ziek ben.
Vanavond komen ze gelukkig ook nog met Roos en ze mag lekker bij me liggen, ze moet de fles maar helaas kan ik die niet vasthouden.
Martin en mama houden dus de fles vast zodat Roos toch bij mij de fles kan drinken.
Als Roosje weer terug is naar de kinderafdeling en ik nog wat gedronken heb krijg ik medicijnen om te slapen.
Alleen er gebeurt niets.
ik ben klaar wakker en kan dus echt niet slapen.
Martin en Ma gaan zelf ook proberen te slapen, als er wat is mag ik ze altijd laten roepen.
Ik lig en lig en denk na over wat er allemaal gebeurd is de laatste dag, de angst van het eruit halen van de beademingsbuis is nog erg groot.
Nooit nooit hoop ik dat nog mee te maken terwijl ik bij bewustzijn ben.
De verpleegkundige komen regelmatig kijken en geven nog een extra slaapmiddeltje.
Ik word er raar van in mijn hoofd en ga allerlei stemmen en muziek horen, ik ben er heilig van overtuigd dat ze buiten aan het carnavallen zijn en zie en hoor continu de wagens en muziek.
Ik zeg regelmatig tegen de verpleegkundige dat ik het belachelijk vind dat ze tot zo laat door gaan ( hoezo nog in de war)
Ook ben ik nog steeds bang, een lieve verpleegkundige ( althans nu vind ik ze wel lief, toen ik opgenomen ben was zei degene die telkens tegen me zij kom op nog even proberen) komt bij me zitten en probeert met me te praten over wat er gebeurd is.
Ze vertelt dat ik rustig kan gaan slapen, dat er echt geen gekke dingen gebeuren en dat ze me nog steeds in de gaten houden maar ik kan me er niet aan over geven.
Als ze dan uit eindelijk voorstelt om mijn moeder wakker te maken lijkt het wel of ze het gehoord heeft voordat ze de kamer af is komt mijn moeder de IC weer opgewandeld.
Hoezo telepathische.
Ik ben blij dat ze er is en ook tegen haar vertel ik dat ik het belachelijk vind dat ze nog steeds aan het carnavallen zijn.
Ze snappen allemaal niets van me en ik begrijp niet dat hun daar geen last van hebben.
Als ma dan uiteindelijk de gordijnen dicht doet word ik iets rustiger en kan ik een beetje slapen.
Heel veel slaap ik niet en tegen de ochtend komen de verpleegkundige weer wassen, ojee opnieuw hebben ze de magnetron washandjes in de aanslag en ik zeg nog dat ik daar jeuk van krijg.
Maar ik word er wel mee gewassen ach eigenlijk maakt het ook niet uit.
Die meiden proberen het voor mij zo makkelijk mogelijk te maken en dat vind ik ook wel weer erg lief.
Als ik klaar ben ik krijg ik nog een beetje drinken en probeer ik maar weer te slapen.
Ik vind het zo ongelofelijk fijn dat mama in de buurt is, dat ze samen met papa,Martin en Henk al die nachten aan mijn bed gezeten hebben.
Dat ze er nu ondanks dat ze zelf ook kapot moet zijn bij mijn bed blijft zitten zodat ik een beetje durf te slapen.
Wat zou ik zonder ze moeten.
Donderdag 15 februari
De dag begint rustig, de internist komt even langs om te kijken hoe het met me gaat en vertelt dat ik in de loop van de dag als het goed blijft gaan naar een andere afdeling mag.
Aan de ene kant lijkt me dat heerlijk aan de andere kant is het ook wel weer eng.
Hier word ik nog continu in de gaten gehouden en dat zal op de andere afdeling wel anders worden.
Ze koppelen nog het een en ander aan slangen af en aan het einde van de morgen halen ze dan ook eindelijk de lange lijn uit mijn lies.
Een akelig gevoel is het wel want ik had het idee dat ze een halve meter draad er uit trokken maar het is wel lekker dat hij er nu uit is.
Ik mag ook voorzichtig wat gaan eten, maar honger heb ik nog niet.
Ze gaan de sondevoeding minderen zodat ik wat meer honger ga krijgen maar ook daar merk ik nog niet zoveel van.
Een paar hapjes pap en ik zit weer helemaal vol.
Na de middag probeer ik nog even te slapen en dan komen ze zeggen dat ik naar de andere afdeling kan.
Ze halen de foto’s weg die rond mijn bed hingen en de kaartjes die er hangen gaan ook van de muur.
We nemen afscheid van de mensen die op dat moment werken en ik merk dat het voor emotioneel is voor Martin en mijn ouders.
Ze hebben hier toch 13 dagen dag en nacht continu aan mijn bed gezeten.
Alles mocht en alles kon, ze hebben geprobeerd alles zo dragelijk mogelijk te maken voor iedereen.
Maar nu mogen we een nieuwe weg inslaan, een weg die ons een stapje dichterbij huis brengt.
Al zal het allemaal nog lang duren we zijn blij en dankbaar dat al weer zo ver mogen zijn.
Nog twee weken ziekenhuis
Als ik dan eindelijk van de intensive care af mag ga ik naar de bovenste verdieping.
Opeens zijn er allemaal regeltjes en de zusters weten duidelijk geen raad met een jonge vrouw die zo ziek geweest is.
Ze vinden het maar vreemd dat Roos met grote regelmaat bij haar moeder moet zijn immers moeder moet eerst goed herstellen.
Natuurlijk was ik heel erg verzwakt, ik kon in de eerste dagen zelf niets doen.
Een bekertje drinken vasthouden was al te veel.
Maar uiteindelijk kwam de stijgende lijn ook wel snel.
De zuurstof konden ze langzaam verder afbouwen, de sondevoeding werd ook langzaam minder gezet.
Na 24 uur op de afdeling te zijn zat ik voor het eerst weer even op een stoel.
Na 2 dagen heb ik een paar kleine pasjes gelopen.
Wel vreemd hoor want door de enorme hoeveelheid vocht die ik nog bij me had was ik topzwaar en omdat mijn voet nog zo ziek waren deed het vreselijk veel pijn.
Maar de mensen om me heen stonden er met tranen in hun ogen naar te kijken.
Want hoe kan een mens dat 4 dagen eerder nog zo vreselijk ziek was nu toch alweer op haar benen staan.
Omdat het tussen mij en de afdeling niet lekker liep, ik voelde me enorm onbegrepen omdat ik Roos eigenlijk wel heel de dag om me heen wilde hebben werd besloten om me over te plaatsen naar de kraamafdeling.
Daar zou Roos heel de dag bij me kunnen zijn en de nachten zou ze op de babykamer kunnen doorbrengen.
Het was een enorme opluchting dat ik er weg mocht en ik voelde me enorm welkom geheten om de kraamafdeling.
De verpleegkundige, maar ook de artsen hebben in die 2 weken dat ik er lag alles er aan gedaan om het voor mij zo fijn mogelijk te maken.
Niets was ze teveel, alles kon en mocht.
Roos werd bij me in bed gelegd als ik dat wilde, ze deden haar in bad op mijn nachtkastje zodat ik het goed kon zien.
Voor mezelf deden ze alles, ze verzorgde de wonden met een engele geduld en als ik eens wat langer moest wachten om gewassen te worden dan hadden ze later langer de tijd om me heerlijk onder de douche te zetten.
Toen het na een goede week duidelijk beter ging en ik mezelf een beetje kon verplaatsen ( lees een beetje zelf lopen) werd het allemaal wat makkelijker.
Ik kon zelf gaan plassen, zelf me wassen en op een gegeven moment Roos zelf uit haar bedje halen.
Dat kleine stukje zelfstandig zijn was voor mij een grote overwinning.
Helaas gingen toen de zwarte stukken van mijn tenen ontsteken en kwamen daar allemaal wondjes aan, dat was het begin van lange maanden pijn hebben en wachten op een "spontane" amputatie.
Toen uiteindelijk het moment kwam dat ik samen met Roos naar huis mocht was het feest op de kraamafdeling.
Het personeel dat al die 4 weken zo intensief had meegeleefd was opgelucht dat ik op deze manier het ziekenhuis kon verlaten.
Want niemand had ooit nog gedacht dat dit zou gebeuren…………………..
Bedankt lieve dokters,verpleegkundige,kraamverzorgsters,afdelingsassistente, fysiotherapeuten en al die andere mensen die zo met ons meegeleefd hebben.
Wij maar waarschijnlijk ook jullie zullen deze periode nooit meer vergeten en wij zullen ook nooit vergeten wat jullie voor ons hebben gedaan.
Door jullie inzet,belangstelling en luisterend oor is deze periode ondanks het verdriet van wat er gebeurd is toch waardevol geworden om op terug te kijken.
En dan ben je na weken ziekenhuis eindelijk weer thuis, het is wel erg vreemd om "gewoon" weer thuis te komen.
Er hangt een prachtig spandoek voor het raam waar op staat "welkom thuis Angela en Roos"  en na als ik dan eindelijk in een stoel zit ben ik helemaal op.
Het hele weekend hebben we veel visite gehad, ons huis veranderde in een paar dagen tijd in een enorme bloemenzee.
De TPG draaide opnieuw overuren door de hoeveelheid post die ze moesten verwerken want de kaartjes bleven binnen stromen.
De afgelopen 5 weken hebben we zoveel kaartjes gehad dat ze bijna ontelbaar zijn geworden.
Eerst kwamen de kaartjes met felicitaties voor Roos haar geboorte, toen de enorme hoeveelheid kaartjes met steunbetuigingen voor Martin,mijn ouders en verdere familie.
Aansluitend komen de kaartjes vol met blijdschap en verwondering dat ik na die enorme crisis toch weer op mocht knappen en daarna volgen de kaartjes met "sterkte en heel veel succes" om vervolgens de rij te sluiten met "welkom thuis.
Alle mensen die zo enorm met ons meegeleefd hebben willen we dan ook hartelijk danken voor al hun gebeden,hun steun en alle lieve kaartjes, bloemen, attenties die we van jullie hebben gekregen.
In een advertentie in de krant hebben we dan ook ons dankbaarheid geuit naar onze Vader van wie ik zonder twijfel het leven terug kreeg.
                                     Dankt,dankt nu allen God
                                     met hart en mond en handen
                                     die grote dingen doet.      
                                                                             Lied 44
Diep onder de indruk en dankbaar zijn
wij voor al uw gebeden,kaarten,telefoontjes    
en andere blijken van medeleven tijdens mijn         
ziek zijn en thuiskomst uit het ziekenhuis.         
Ook bedankt voor de felicitaties met     
de geboorte van onze dochter Roos.   
                                    Angela en Martin Meerman
                                     Linde en Thijn
                                     Fam Dank/Fam Meerman

En dan gaat het leven verder, de thuiszorg doet zijn intrede en dankzij veel inspanningen van iemand van de gemeente Woudrichem hebben we voorlopig 5 ochtenden in de week van half 8 tot half 12 iemand van de thuiszorg die ons komt helpen.
De verpleging komt dagelijks langs om mijn voet te verzorgen en te controleren.
De wonden die er aan zitten zijn vies en je ziet dat mijn lichaam de zwarte teentjes probeert af te stoten.
Alles is open en na een paar dagen op tramadol te hebben geleefd is er toch besloten dat het voorlopig beter is om durogesic te gaan gebruiken.
Dit zijn een soort "morfine" pleisters en hopelijk word de pijn daar dragelijk van.
Helaas had ik ook nog de pech dat ik daags naar thuiskomst een er een galsteentje in mijn galwegen bleef steken met het resultaat dat ik geler werd dat een kanariepietje.
Gelukkig op de dag dat ze het met een ERCP het eruit wilde gaan halen bleek mijn bloed wat opgeknapt te zijn en schoot het er door.
Nu is het aansterken en hopelijk kan dan de galblaas er aan het eind van dit jaar eruit gehaald worden.
Nu op dit moment is dat nog geen optie, daar is mijn lichaam nog te verzwakt voor en zijn mijn organen te ziek voor geweest.
Het leven kabbelt voort, we proberen in ieder geval voor de kinderen het zo "normaal" mogelijk voort te laten gaan.
Na een 4 tal maanden is voor mij de maat vol, ik heb gevochten en geknokt om de "spontane" amputatie van mijn tenen af te wachten maar de pijn ( die bijna niet meer te houden is) word met te erg.
Ook geestelijk is het enorm zwaar om tegen een voet aan te moeten kijken die tenen heeft waarvan er 2 nog aan een klein stukje dode huid hangen en de andere 3 er gewoonweg aan het afrotten zijn.
Maar omdat we onverwacht gaan verhuizen zal de operatie een paar weken later plaats vinden.
We verhuizen van Almkerk voor tijdelijk naar Waardhuizen om zo dichterbij mijn ouders te kunnen wonen en te kunnen leven in een huis wat voor mij op dit moment toegankelijker is doordat de slaapkamer en de badkamer op de begane grond zijn.
Zo kan ik ook eens alleen zijn met Roos en haar zelf naar bed brengen.
Begin juli is het dan zover, na een spannend weekend en het besef dat mijn voet nooit meer hetzelfde zal worden, worden op maandagochtend mijn tenen geamputeerd.
Aan de ene kant een opluchting aan de andere kant doet het me vreselijk zeer.
Ik heb er enorm tegen opgezien om geopereerd te worden, ik wilde dan ook dat het amputeren met een ruggenprik gedaan zou worden.
De angst voor het "slapen gaan" en het verwijderen van de beademingsbuis is te groot om me onder volledige narcose te laten helpen.
Ik wil ook pertinent geen slaapmiddeltje tijdens de operatie en uit eindelijk valt de operatie me mee.
Na anderhalf uur zijn mijn tenen eraf en worden ze in een schaaltje afgevoerd…………
Mijn voet wordt ingepakt en ik mag terug naar de uitslaapkamer waar ik nog een poosje moet blijven liggen.
Ik krijg een morfinepomp voor de pijn maar geen haar op mijn hoofd die er over denkt om daarvan gebruik te maken want ik wil maar een ding en dat is vandaag nog naar huis.
Niet alleen voor mezelf maar zeer zeker ook voor Linde en Thijn.
Linde is erg verdrietig dat mama opnieuw naar het ziekenhuis moest en ik denk dat het beter is als mama zo snel mogelijk naar huis komt.
Na flink aandringen bij de chirurg mag ik van hem naar huis toe aan het begin van de avond.
Hoe ik thuis gekomen ben weet ik nog amper, ik weet alleen dat mijn voet vreselijk zeer deed en ik me eigenlijk geen raad wist met de pijn.
Na de morfinepleisters opgehoogd te hebben en een tramdol er bij in genomen te hebben ( wat mocht van de chirurg) was de pijn te dragen.
Na een paar dagen gaat dan het verband eraf, het is cru om te zien hoe mijn ooit lieve teentjes nu nog stompjes zijn.
Er zitten wel een stuk of 25 hechtingen in en die worden er na 10 dagen uit gehaald door de huisarts.
De chirurg is zelf deze week niet aanwezig en vond het goed als de huisarts het deed.
Nou die heeft het geweten dat hij het mocht doen, want wat een pijn heeft dat me gedaan.
Ik was dolblij dat de kinderen op school waren en dit niet meegekregen hebben want het was echt verschrikkelijk.
De draadjes zat zo vreselijk strak in de stompjes dat ze met grof geweld  omhoog getrokken moesten worden.
Ik wordt er nog misselijk van als ik daar aan terug denk.
Na een paar weken gaan we er een weekje tussenuit, zo goed als kwaad als het gaat proberen we er wat gezelligs van te maken.
Maar door het slecht kunnen lopen valt het niet mee, het doet nog steeds veel pijn maar ik heb eigenlijk maar een doel voor ogen.
Ik wil van de durogesic pleisters af want dan zou ik weer auto mogen rijden en zo de kinderen zelf naar school kunnen brengen na de vakantie.
Het kost me enorm veel moeite maar op 27 augustus 2007 op Linde haar verjaardag breng ik eindelijk de kinderen zelf weer naar school.
Zo gaan we weer een stapje verder naar zelfstandigheid.

In september krijg ik weer steeds meer last van mijn galblaas, ik heb een paar grote aanvallen gehad en ik merk dat ik het me zoveel energie kost dat het "echte" opknappen van de baan is.
De internist vind het nog steeds te vroeg om er wat aan te doen, mijn lever en nieren zijn nog steeds niet goed en hij twijfelt enorm of hij er nu wel goed aan doet om me te laten helpen.
Eind September besluit hij dat de chirurg mag beslissen of hij mij wil opereren.
Een scala aan onderzoeken volgen weer, en uit eindelijk valt begin oktober dan het verlossende woord, mijn galblaas gaat eruit.
Het voelt als verlossend maar aan de andere kant vind ik het doodeng.
Ik realiseer me heel goed dat ik voor deze operatie onder narcose moet en dat vind ik op zijn zacht gezegd niet leuk.
Ik weet ook dat het niet anders kan en dat ik vertrouwen moet hebben in de mensen van het ziekenhuis.
Nadat ik donderdag op de wachtlijst ben gegaan word er op vrijdag al gebeld dat ik maandag geholpen word.
Tja dat is wat anders dan de wachtlijst van 4 weken die ze gezegd hadden.
Maar ook wel fijn dat ik er nu geen weken tegen aan zit te kijken.
Maandagmiddag is het zover dan gaat het gebeuren, het onder narcose brengen viel me wel mee, ik was weg voordat ik er erg in had.
Het lange wachten op de verkoever na de operatie vond ik vervelender, maar uit eindelijk om half 8 was ik terug op mijn kamer.
Veel weet ik er niet van, ik was moe en ik weet vaag dat Linde nog even geweest is samen met Martin.
Na een goede nacht mocht ik aan het einde van de dag weer naar huis.
Het gaf me een bevrijdend gevoel, nu lag de weg naar herstel van alles eindelijk open.
En toch viel dat uit eindelijk nog erg tegen.
Het opknappen van de operatie liep wel voorspoedig maar mijn voet knapten niet echt goed op.
Ik kan opzich wel redelijk korte stukjes lopen maar ik blijf er flink pijn bij houden en met name in de nacht is het vreselijk.
Ik hoop dat het in de loop van de weken toch minder gaat worden want dit is nu ook weer niet waar ik op gehoopt had.
Zo gaan we langzaam 2007 uit, het jaar wat ons leven voorgoed veranderden, een jaar vol met hoogtepunten maar zeer zeker ook met enorme dieptepunten.
Op veler verzoek toch maar een update vanuit huize Meerman
Het heeft even geduurd voor dat ik een nieuwe blog kon/wilde plaatsen.
Niet omdat het nu zo super goed gaat maar meer omdat het leventje nu een beetje voort kabbelt.
De laatste maanden hebben vooral bestaan aan keihard werken aan mezelf, zowel lichamelijk als geestelijk.
Gelukkig mag ik revalideren in het  revalidatiecentrum zodat alle hulp onder een dak valt.
Een keer per week ga ik een ochtend of een middag daar na toe en waarschijnlijk komt daar nog een dagdeel bij.
Bij de fysiotherapeut probeer ik in een revalidatiegroep mijn conditie wat omhoog te krikken, het gaat met vallen en opstaan maar elke keer kan ik toch een stapje vooruit.
Bij de ergotherapeut krijg ik de mogelijkheid om wat beter om te leren gaan met de kleine beperkingen die ik aan mijn handen heb overgehouden.
Het is toch best vervelend dat ik helemaal geen gevoel meer heb in mijn vingertoppen, vooral het schrijven is daardoor moeilijk geworden.
Bij de maatschappelijk werkster mag ik lekker een keer per week even van me af praten, soms even verdrietig zijn om vervolgens met goede moed weer verder te gaan.
Vervolgens bestaat de week altijd wel aan een bezoekje aan een of andere arts.
Is het niet voor mijn voeten dan wel voor mijn knie, is het daar niet voor dan wel voor de verschrikkelijk pijn.
Binnenkort gaan we dan ook weer een poging wagen om een zenuwblokkade te laten plaatsen in mijn rug.
Hopelijk met een beter resultaat dan de vorige keer maar goed dat is afwachten.
Het bezoekje aan de orthopeed bracht na onderzoek ook weer aan het licht dat er toch forse slijtage zit in mijn rechterknie.
Mede door het verkeerde lopen is de slijtage toch vrij snel gegaan.
Nu maar hard werken om alle spieren in mijn bovenbeen sterk te houden zodat ik hopelijk nog een paar jaartjes met deze knie vooruit kan.
En wat doe ik dan verder heel de week…………genieten,genieten en nog een keer genieten van 3 super lieve kinderen.
Ze zijn voor mij het beste medicijn dat bestaat, het belangrijkste om voor te vechten!